In tegenstelling tot wat vroeger gezegd werd kun je vogels het hele jaar door bij voeren. Door dat te doen gaan de vogels beter gevoed de winter in en overleven ze de kou gemakkelijker. Daardoor gaan er in het voorjaar meer paren broeden en verlaten er meer jongen het nest. Alleen in de winter, als het vriest, is het echt noodzakelijk om vogels extra voedsel aan te bieden. Er zijn dan geen insecten meer en zaden zijn moeilijk te vinden, terwijl de vogels juist nu energie nodig hebben om zichzelf warm te houden. Nu het weer gaat vriezen geven we graag wat tips om goed voor de vogels in de tuin te zorgen deze winter. Als het koud wordt trekken veel vogels richting stad en dorp om voedsel te zoeken. Als je zorgt voor de juiste voorwaarden komen ze ook naar jouw tuin, terras of balkon.
Het belangrijkst van een voederplek is dat andere dieren er niet gemakkelijk bij kunnen komen. Plateaus en hangende huisjes zijn in allerlei soorten en maten te koop. Zelf hebben wij de Bolmsö Birdfeeder. Een transparant kunststof (niet erg duurzaam inderdaad) voederhuisje dat je met twee zuignappen aan het raam kunt hangen. Je moet het wel hoog genoeg hangen om te voorkomen dat de kat er bij kan. Na enige aarzeling komen vooral de mezen vaak eten en kunnen we genieten van de aanblik. De kinderen kunnen zo de vogeltjes van heel dichtbij bekijken. Een ander leuk, wel duurzaam, huisje is het pindakaaspothuisje. Vrijwel elke pot past er in en de hoogenergetische pindakaas is goed voor de vogels. Binnenkort zullen we op Duurzaam Thuis een artikel plaatsen met mooie doe-het-zelf voederhuisjes.
Algemene voedertips
- Water is belangrijk. Als het niet of licht vriest kun je een schoteltje water neer zetten. Om te drinken of te badderen. Het baden is geen probleem omdat de druppels gewoon van de vette veren af rollen. Als het echt koud is kun je het schoteltje beter weg halen. Als er sneeuw ligt eten de vogels sneeuw en krijgen genoeg vocht binnen. Als het streng vriest en er geen sneeuw ligt kun je ijs in stukjes hakken, zodat de vogels ijssplintertjes kunnen eten.
- Maak voor de vogels die graag van de grond eten een sneeuwvrije plek om voedsel te strooien. Als je een kat hebt, geef deze dan een belletje om. De vogels op de grond worden dan op tijd gewaarschuwd.
- Voeder niet te veel tegelijkertijd. Als er voer blijft liggen kunnen er ratten en muizen op af komen.
- Elke vogelsoort heeft eigen voorkeuren wat betreft voedsel, maar globaal kun je het volgende aanbieden: (dop)pinda’s, vetbollen, vogelzaad, zonnebloempitten, kokosnoot, broodkruimels, gewelde rozijnen en krenten, fruitschillen en krozen, etensresten (rijst en aardappels),en bessen.
- Voeder bij voorkeur in de ochtend, de vogels hebben energie nodig na de lange koude nacht of aan het eind van de middag, voordat ze die nacht weer in gaan.
- Voeder geen margarine of boter, want deze werken laxerend.
- Geef de vogels geen voedsel waar veel zout in zit. Geen gezouten pinda’s bijvoorbeeld.
- Biedt voedsel dat kan bevriezen niet in kleine stukjes aan. Daar kunnen de vogels in stikken. Dus geen stukjes appel, maar gewoon een hele appel op het voederplateau.
- Voeder geen vet en pinda’s in het voorjaar als de vogels jongen hebben. Dit is geen geschikt dieet voor jonge vogels. Zij hebben insecten nodig om gezond groot te worden.
- Maak de voederplaats regelmatig schoon met heet water en een borstel. De uitwerpselen kunnen ziektes bevatten.